Menu Bewerken

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Ongedaan maken.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Ongedaan maken

Ongedaan maken

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ Z

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Opnieuw.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Opnieuw

Opnieuw

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ Y

Vanuit de Menubalk:

Choose Edit - Repeat.

Vanuit de werkbalken:

Icon Repeat

Repeat

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ Shift + Y

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Knippen.

Vanuit de interface Tabbladen:

Choose Home - Cut.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Knippen

Knippen

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ X

Shift + Del

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Kopiëren.

Vanuit de interface Tabbladen:

Choose Home - Copy.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Kopiëren

Kopiëren

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ C

Ctrl + Ins

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Plakken.

Vanuit de interface Tabbladen:

Choose Home - Paste.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Plakken

Plakken

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ V

Shift + Ins

Vanuit de Menubalk:

Choose Edit - Paste Special.

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Plakken speciaal - Plakken speciaal.

Vanuit de interface Tabbladen:

Long click on Home - Paste.

Vanuit de werkbalken:

Icon Paste Special

Paste Special

Icon Paste

Paste (long click)

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ Shift + V.

Kies Bewerken - Plakken speciaal - Niet opgemaakte tekst plakken.

Klik met rechts om het contextmenu te openen en kies Plakken speciaal - Niet-opgemaakte tekst.

+ Alt + Shift + V.

Kies Bewerken - Plakken speciaal - Plakken als geneste tabel.

Klik met rechts op de doeltabelcel om het contextmenu te openen en kies Plakken speciaal - Geneste tabel.

Kies Bewerken - Plakken speciaal - Als rijen erboven plakken.

Klik met rechts op de doeltabelcel om het contextmenu te openen en kies Plakken speciaal - Rijen erboven.

Kies Bewerken - Plakken speciaal - Als kolommen ervoor plakken.

Klik met rechts op de doeltabelcel om het contextmenu te openen en kies Plakken speciaal - Kolommen ervoor.

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Alles selecteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Alles selecteren

Alles selecteren

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ A

Vanuit de Menubalk:

Choose Edit - Track Changes.

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Bijhouden.

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Weergeven.

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Beheren.

Kies het tabblad Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Beheren - Lijst.

Kies Extra - AutoCorrectie - Wijzigingen toepassen en bewerken. Het dialoogvenster AutoCorrectie verschijnt.
Klik op de knop Wijzigingen bewerken en ga naar het tabblad Lijst.

Kies het tabblad Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Beheren - Filters.

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Documenten samenvoegen.

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Documenten vergelijken.

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Beveiligen

Kies Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Opmerking.

Kies het tabblad Bewerken - Wijzigingen bijhouden - Beheren - Lijst.
Klik een item in de lijst en open het contextmenu.
Kies Opmerking bewerken.

Vanuit de interface Tabbladen:

Choose Review.

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Zoeken.

Vanuit de interface Tabbladen:

Choose Home - Find.

Vanuit de werkbalken:

Icon Find

Find

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ F

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Zoeken en vervangen.

Vanuit de werkbalken:

Icon Find & Replace

Zoeken en vervangen

Vanaf het toetsenbord, druk op

+ H

Kies Bewerken - Zoeken en vervangen - Attributen (knop).

Kies Bewerken - Zoeken en vervangen - Opmaak (knop).

Kies Beeld - Navigator.

Druk op F5

Klik, op de werkbalk Standaard of op de Zijbalk, op

Pictogram Navigator

Navigator

Kies Extra - Literatuurlijstdatabase.

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - Externe koppelingen - Aanpassen (alleen DDE-koppelingen).

Selecteer een frame en kies Bewerken - OLE-object - Eigenschappen.

Open het contextmenu van een geselecteerd frame en kies Eigenschappen.

Vanuit de Menubalk:

Kies Bewerken - OLE-object.

From the Context menu:

Choose commands in the menu.

Kies Bewerken - OLE-object - Bewerken, ook in het contextmenu van het geselecteerde object.

Kies Bewerken - OLE-object - Openen.

Vanuit de Menubalk:

Choose Edit - Reference.

Vanuit de werkbalken:

Icon Reference

Reference